Vragen aan Morris Oosterling

Morris Oosterling. 29 – bijna 30. Studie Economie aan Rijksuniversiteit Groningen. Onderzoeker/promovendus bij TiasNimbas Business School. Zelfstandig onderzoeker en adviseur. Lid Onderwijslab.

Morris is enthousiast en zoekt dingen in zijn leven die hem interesseren en motiveren. Zijn weg naar waar hij nu is was niet voor de hand liggend. Dat vind ik inspirerend en ik wilde dan ook graag dat hij de eerste was die mijn vragen zou beantwoorden.

Hij neemt meteen de vrijheid om mijn vragen op zijn eigen manier te beantwoorden – in chronologische volgorde. Dit zegt al veel over hem als persoon: hij pakt dingen enthousiast en op zijn eigen, originele manier aan. In dit bericht wil ik dan ook bij deze chronologie blijven en de aspecten uitlichten die mij aanspreken. Houd tijdens het lezen de volgende vragen in gedachten:

  1. Als je jezelf volgende week elke dag af zou vragen of je gaat doen wat je zou willen doen, wat is hierop dan het antwoord en waarom?
  2. Wat is voor jou het belangrijkst geweest om te komen waar je nu bent?
  3. Waar zag jij jezelf op je achttiende op deze (je huidige) leeftijd (en ben je daar nu)?

Betrokkenheid en het krijgen van vertrouwen was voor hem het belangrijkst. In de overgang van de basisschool naar de middelbare school veranderde hij van ‘beste jongetje van de klas’ in een ongemotiveerde puber waarbij de leergierigheid naar de achtergrond verdwenen was. Dit omdat hij weinig betrokkenheid ervoer van docenten bij zijn leerproces. Deze houding zette zich voort in zijn studie Economie.

Aan het eind van de middelbare school zag hij wel een toekomst in economie, vandaar zijn studiekeuze. Strategische vraagstukken spraken hem aan en hij wilde manager worden bij een groot bedrijf. Dat beeld veranderde langzaam tijdens zijn studie en hij zette zijn zinnen op consultant/adviseur. Toen hij ging solliciteren, was hij daar snel overheen: “De consultancy is een harde wereld, dat paste mij volgens mij niet”. Wat hij dan precies wilde, wist hij niet. Na enkele sollicitaties werd hij aangenomen bij IVA Beleidsonderzoek en Advies, wat volgens hem het beste is wat hem is overkomen: “Ik heb daar weer mijn natuurlijke nieuwsgierigheid en mijn wil om te leren teruggevonden. Ik heb me daar in enkele jaren kunnen ontwikkelen tot wie ik nu ben”.

Na het vertrouwen wat hij bij IVA heeft gekregen, beseft hij zich dat dat is waar het in de overgang tussen de basisschool en de middelbare school mis ging. En wat hem heeft gebracht waar hij nu is: “Mijn mentor en mijn leidinggevende hebben mij de kansen geboden om te leren, om dingen op te pakken en pro-actief te kunnen zijn. Mijn belangrijkste les: als je betrokken bent en laat zien wat je wilt, gunnen mensen je de ruimte om dat ook te bereiken. Maar dat geldt voor mij, omdat ik van nature die ruimte nodig heb.”

Toen we elkaar net kenden, vroeg hij mij of het nu geluk was dat ik bij Onderwijslab terecht kwam. In zijn antwoorden nu kaatst hij dit terug. Hij denkt niet dat hij geluk heeft gehad met het vertrouwen dat hij heeft gekregen. “Natuurlijk deels wel, maar tegelijk heb ik er ook heel hard aan gewerkt. Ik heb me altijd open opgesteld, wilde graag alles oppakken en deed overal in mee. En wat ik deed, wilde ik ook zo goed mogelijk doen, dat is volgens mij heel belangrijk!” Dat maakt, denk ik, dat behalve vertrouwen, zijn instelling/houding/drive ook ontzettend belangrijk is geweest en deuren voor hem heeft geopend.

Een volmondig “ja” is het antwoord op de vraag of hij doet wat hij zou willen doen. Zijn goede eigenschappen en talenten sluiten aan bij wat hij leuk vindt, zijn passies: “Ik ben analytisch sterk en kan grote lijnen in de gaten houden. En ik hoor graag wat anderen bezig houdt, wat ze leuk en minder leuk vinden en wil iemand daar ook graag bij helpen. Tegelijk zijn de dingen die daarmee te maken hebben dus ook de dingen die ik graag doe. Ik denk graag na over moeilijke vraagstukken en verbind graag verschillende inzichten aan elkaar.” Ken Robinson zou zeggen dat hij in zijn ‘element’ is.

Ondertussen probeert hij de wereld ook nog eens een beetje beter te maken.

Hoe uitvoerig zijn antwoorden ook waren, ze leveren ook vragen op. Na een economische studie terecht komen in de publieke sector is niet al te voor de hand liggend. Zeker omdat ik zelf twijfel over mijn studiekeuze, vraag ik mij af of het had uitgemaakt als hij een andere studie had gekozen. Was hij gelukkiger geweest destijds? Was hij ergens anders terecht gekomen? Daarnaast lijkt hij echt zijn element gevonden te hebben. Ik heb wel eens het gevoel dat ik in veel dingen goed ben, maar ik weet niet wat eruit springt. Ik heb mijn element nog niet gevonden. Daarom vraag ik mij af wanneer hij erachter kwam wat zijn element was. Als laatste een meer algemene vraag: wat zijn zijn dromen voor de toekomst? Hopelijk wil hij mijn laatste vragen nog beantwoorden en is er binnenkort een vervolg!