Voorbeelden uit de praktijk

Het thema “motivatie van leerlingen” heeft de afgelopen week veel door mijn hoofd gespookt. Een paar dagen geleden vertelde iemand mij een verhaal over duidelijke demotivatie die ik al veel meer ervaren heb op scholen. Hier heb ik veel over nagedacht: wat was hier dan niet goed/demotiverend aan? Hoe moet het dan wel? Waarom is dit demotiverend?

Hierover nadenkende kwam ik met een tegenovergesteld voorbeeld: een voorbeeld van duidelijke motivatie. Jammer genoeg is dit wel één van de weinigen.

Dit terzijde gelaten begon ik deze voorbeelden te vergelijken. Ik begon deze voorbeelden te analyseren, naast elkaar te leggen. Ik zal geen uitgebreide analyse geven van deze voorbeelden. Wel zal ik één duidelijk verschil tussen deze voorbeelden aangeven.

Duidelijke demotivatie: voorbeeld A
Een meisje op school is na het behalen van haar diploma havo doorgestroomd naar het vwo. Zij had toen Frans als moderne vreemde taal, maar tot voor kort was op deze school Duits op vwo verplicht. Het meisje had in de derde klas voor het laatst Duits, wat betekent dat zij twee jaar Duitse basis miste. Geen wonder dat zij moeite had met lezen. Toen dit duidelijk werd bij de eerste leestoets van het jaar, sloeg de docent nauwelijks alarm, in tegenstelling tot het meisje. De docent was haar nooit echt van hulp op dit gebied, dus besloot zij bijles te nemen.

Na maanden bijles Duits gevolgd te hebben vraagt de docent haar hoe het nu gaat met lezen. “Steeds beter”, zegt ze. De docent geeft hierop een, naar mijn mening, enorm demotiverend antwoord: “Mooi! Misschien zou je dan zelfs wel een 4 kunnen halen voor je examen”.

Duidelijke motivatie: voorbeeld B
Toen ik in de derde klas zat, had ik een mentor die mij erg motiveerde. Hij motiveerde mij niet om huiswerk te maken, zoals je zou denken, maar om dit juist niet te doen en mijn tijd en talenten te besteden aan iets anders. “Het is zonde om je talenten niet te gebruiken”, zei hij altijd. Door deze mentor ben ik allerlei dingen gaan doen, zoals mij aansluiten bij het leerlingenparlement en het debatteam en een eigen bedrijfje opzetten. Deze mentor liet mij zien wat er nog meer was op school buiten leren en hoe ik mijzelf op een andere manier kon ontwikkelen op school. Hij opende voor mij een scala aan mogelijkheden. Als ik deze mentor niet had gehad, was ik nooit de persoon geweest die ik nu ben en was ik dit bericht nu niet aan het schrijven.

Je kunt zeggen wat je wilt over deze mentor: “aardig”, “niet aardig”, “raar”, “leuk”, “stom”, maar hij is de grootste en beste motivator die ik ooit op school ben tegengekomen.

Het verschil
Het grote verschil tussen deze twee voorbeelden (van motivatie en demotivatie) is denk ik dat de docent in voorbeeld A zich niet richt op de individuele leerling; die in voorbeeld B wel.

Natuurlijk was wat de docent in voorbeeld A zei tegen het meisje absoluut geen goede uitspraak, maar er speelt hier nog iets anders een rol. Voor veel mensen is het halen van een 4 op hun Duitse examen door veel gemiste lessen, maar toch hun best te doen, realistisch. Als de docent zich echter ook maar een beetje in het meisje had verdiept, had zij geweten dat als het iemand (van de mensen die zoveel lessen gemist hadden) het gaat lukken om een voldoende te halen op haar examen, het dit meisje wel is. Haar doorzettingsvermogen gaat haar een voldoende bezorgen.

In voorbeeld B richt de docent zich duidelijk op de individuele leerling. Ik was in de derde klas namelijk een enorme streber: mijn rapport stond vol met negens en tienen, maar ik stak mijn talenten (op school) niet in andere dingen. Mijn mentor liet mij zien dat er zoveel andere dingen waren waar ik uitdaging in kon vinden en waarbij ik mijn talenten kon benutten en ontwikkelen, dat die negens en tienen ook best in achten konden veranderen. Dit is niet iets wat docenten vaak tegen hun leerlingen zeggen: “steek je tijd en talenten in iets anders dan huiswerk”, maar tegen mij had mijn mentor niets beters kunnen zeggen. Deze man zag de individuele behoeften en talenten van de leerling. Zo was er ook een jongen in mijn klas die erg slim was, maar ook erg lui. Deze motiveerde mijn mentor om vwo te gaan doen (het omgekeerde).

Leerlingen, jongeren, pubers, tieners, hoe je ze ook wilt noemen, zijn individuele wezens, met individuele behoeften, karakters en talenten. Hoe je deze motiveert is voor elk individueel verschillend.